fbpx
Menu Sluiten

Peerdevisscher Triathlon Koksijde

Dimitri Vandormael

Een goede maand na mijn marathon te Kopenhagen was het tijd voor de volgende sportieve uitdaging. De lokroep van triathlon diende zich al een tijdje opnieuw aan. In het verleden focuste ik me volledig op deze sport, met 3 halve afstandswedstrijden (Ironman 70.3 in het jargon) in Lanzarote, Barcelona en Cascais (Portugal) als iconische hoogtepunten. Toen COVID de wereld overnam en de zwembaden werden gesloten, besloot ik me noodgedwongen vol te focussen op het lopen, met enkele succesvolle marathons en ultramarathons als resultaat.

Toen ik in april 2022 nog eens opnieuw in een zwembad sprong op vakantie in Lanzarote, begon de triathlonmicrobe om één of andere reden toch weer te kriebelen.

Ik kon een inschrijving bemachtigen voor mijn “2e thuis”-race: de Peerdevisscher Triathlon in Koksijde, de woonplaats van mijn ouders. Dit is tevens de wedstrijd waar het ooit allemaal begon: in 2014 werkte ik hier mijn allereerste triathlon af! Nog erg onervaren en zeker ook een beetje naïef, maar het was een erg mooie tijd. Zo is het vaak wanneer je met iets nieuws begint. De eerste stappen zijn onzeker en superspannend, maar ze zetten geeft je vaak enorm veel voldoening. Besteed er dus bewust voldoende aandacht aan want het nieuwe vergaat en dat gevoel keert niet meer terug!

Ik kwam aan de start met weinig tot geen verwachtingen. Na de marathon had ik een keer of 10 gezwommen en hoogstens 250 km in de fietsbenen. Het lopen had ik beperkt onderhouden.

Ik wou me goed amuseren, de sfeer van een triathlon nog eens ervaren, en vooral bij mezelf inchecken of ik me nogmaals aan een zot triathlon avontuur wou wagen (een Ironman ofzo?).

Om 15.03 dook ik in het frisse water van het kanaal Veurne-Nieuwpoort. Nu ja fris, met mijn ijsbaden en dagelijkse koude douches ben ik intussen wel wat gewoon! Het pistool werd afgevuurd en ik was vertrokken voor een kilometer crawl.

Ik wist meteen weer waarom ik vroeger zo veel zenuwen had voor de zwemstart van een triathlon. De hectiek van honderden armen en benen die om je heen slaan in een bruisende troebele massa water, is moeilijk te beschrijven. Na een snelle start moest ik even naar adem happen en “goede voeten zoeken”: een zwemmer vinden die aan het zelfde tempo zwemt en die mij in zijn of haar zog kon meesleuren. Op die manier verbruik je veel minder energie voor dezelfde afgelegde afstand. Ik vond een goed ritme en kwam voldaan na 18:46 uit het water.

De eerste wissel pakte ik erg rustig aan. Een wetsuit uitwurmen en fietsschoenen aandoen gaat (althans voor mij) sneller wanneer ik het niet snel probeer te doen.

Een goede 2 minuten later zat ik op de fiets en begon ik aan 40 pittige kilometers op een biljartvlak doch winderig parcours.

Al snel vond ik het wiel van enkele goede fietsers en begonnen we samen te werken. Het was een “drafting” wedstrijd dus “stayeren” – in het wiel van je voorganger rijden – was toegestaan. Opnieuw, dit zorgt voor een hogere snelheid aan een aanzienlijk lagere geleverde inspanning.

Het fietsonderdeel bestond uit drie rondes van 13 kilometer. De eerste ronde werkten we goed samen. Iedereen nam zijn beurt om op kop te rijden, met de wind in het gezicht. We haalden stevige snelheden, op sommige stukken tot 45 km/h. Dit had ik niet verwacht! Met de beperkte fietskilometers in de benen was ik met véél minder al heel erg tevreden geweest.

Ook ronde twee ging prima. We raapten heel wat renners op. De meesten konden helaas niet aanpikken in ons treintje en aan het begin van ronde drie begon ik het ook erg moeilijk te krijgen. Ik werd na iedere bocht op enkele meters gezet en moest mijn volledige focus leggen op het aanpikken van het wiel van mijn voorganger. Dit kostte zoveel krachten dat ik niet langer kon overnemen. Volgen was het ultieme doel, en hier ging ik me dan ook 100% op focussen. Ik vernauwde mijn aandacht tot het achterwiel van mijn voorganger. Al de rest telde niet langer. Ik keek niet meer naar mijn snelheid, hoorde geen supporters meer, en vroeg me vooral niet af hoever het nog was. Het enige wat telde was dat achterwiel, want het vasthouden zou me vijf minuten tijdswinst opleveren en ook een pak krachten besparen voor het looponderdeel. En waren zeker moeilijke momenten, maar breken was gewoon geen optie. Ik vernauwde mijn doel tot iets beperkts en behapbaars, een strategie die ik ook al succesvol toepaste tijdens de marathon van Kopenhagen.

Ik slaagde erin bij het groepje te blijven en rondde het fietsonderdeel af in een gemiddelde van 36 km/h. Straf, al zeg ik het zelf!

Ik wipte van de fiets richting mijn favoriete triathlononderdeel: de run. Helm af, loopschoenen aan en go go go!

Ook hier werd ik nogmaals geconfronteerd met een gevoel dat uniek is aan triathlon: beginnen lopen na en dik uur hard fietsen. Je benen zijn intussen best vermoeid en er worden nieuwe spiergroepen aangesproken. Het duurde even eer ik een goed loopritme vond waarin ik me kon settlen. Eens ik dit tempo had gevonden, was het een erg fijne ervaring. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit zo comfortabel heb kunnen lopen tijdens een triathlon. Dit heeft natuurlijk alles te make met de enorme basis die ik heb gelegd de afgelopen jaren, maar het voelde toch erg “aangenaam”!

Ik kon genieten van de aanmoedigingen van mijn trouwe supportersclan. Ik beleefde intens ieder moment: ook al deden de benen intussen wat pijn, de leuze “dit is exact waar ik nu wil zijn” ging veelvuldig door mijn hoofd. Het was heerlijk!

Bovendien leerde ik nog een erg belangrijke les tijdens het looponderdeel: de kracht van een korte aanmoediging aan een medeloper. Telkens wanneer ik iemand voorbijstak, moedigde ik de persoon even kort aan: “Kom op Valentine!”,“Goed bezig Karel!”,… Steevast werden mijn aanmoedigingen beantwoord met een lach, waarop ik zelf ook begon te lachen. Ik weet intussen dat lachen een zeer krachtige wapen is: ons lichaam wordt op dat moment namelijk overstelpt met hormonen en neurotransmitters die ons een goed gevoel geven. En zo bleek ook! De minuut na mijn korte aanmoediging voelde ik me merkbaar comfortabeler lopen en was de pijn veel minder intens. Ik vermoed dat dit voor athleet die ik aangemoedigde niet anders was 🙂

Het deed me denken aan een artikel dat ik las over marathon wereldrecordhouder en tweevoudig Olympisch Kampioen Eliud Kipchoge. Naarmate zijn wedstrijd vordert, tovert de Keniaan een glimlach op zijn gelaat. Dit heeft een demotiverend effect op zijn tegenstanders, zo zegt hij zelf, maar nu zie ik een tweede nog veel krachtigere reden van dit ogenschijnlijk bijzondere gedrag: hij creëert een geluksmomentje om de pijn in de benen even te verdoven. Superkrachtig!

Ik finishte de kwarttriathlon met een heel speciaal gevoel: ik voelde me nog enorm fris. Dit geeft me aan dat ik een zeer goede conditie heb opgebouwd gedurende de intussen acht jaar dat ik aan duursport doe.

Alle goede dingen in het leven vragen tijd en geduld. Ik had bij mijn allereerste triathlon in 2014 alvast niet gedacht hier vandaag op deze manier te kunnen staan na zo’n inspanning!

Even terug naar de intenties:

  • Plezier maken? Check
  • De sfeer opsnuiven en beleven? Check
  • De triathlon-microbe terug oppikken? Check
  • Ironman? Nog wat tijd nodig om over na te denken 🙂

Het was een geslaagde dag, die werd afgesloten op mijn favoriete manier: gezellig op restaurant met de familie.

DEEL DIT ARTIKEL
LEES OOK DEZE BLOGS

Benieuwd hoe wij jou kunnen helpen?

Mail ons jouw verhaal en we bespreken tijdens een intakegesprek hoe we jouw ultieme droom kunnen bereiken.